“Book Descriptions: 'De dichtkunst bindt zich niet aan Roomen, noch Atheenen.' Zo dichtte de Amsterdammer Jan Vos bij het portret van zijn beroemde stadgenoot Joost van den Vondel. 'Apollo, de god van de dichters, woont nu ook in Holland.' Dat zegt de titel van een bloemlezing uit 1660, waarnaar dit boek is genoemd. Voor veel zeventiende-eeuwers stond het vast: de grote, klassieke literatuur van Griekenland en Rome is in Nederland in onze tijd opnieuw tot bloei gekomen. We beleven een Gouden Eeuw, niet alleen in economisch en politiek opzicht, maar ook in de kunst.
Om het niveau van de klassieke auteurs te bereiken waren een degelijke opleiding en een grote vertrouwdheid met de voorbeelden onmisbaar. Wie de klassieken niet in hun eigen taal kon lezen, had een probleem. Toch maakt de Nederlandse poëzie van de zeventiende eeuw allerminst een schoolse indruk. Dichters stonden midden in het leven en luchtten hun hart bij alle mogelijke gelegenheden, in de privésfeer en in de maatschappij. Zelden zijn er zoveel politieke pamfletten in dichtvorm gedrukt. En zelden was er ook zoveel aandacht voor wat dichters te zeggen hadden.
Hollantsche Parnas werd samengesteld, geannoteerd en van een inleiding voorzien door Ton van Strien, als onderzoeker en docent in de Nederlandse letterkunde van Renaissance en Classicisme verbonden aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.” DRIVE