“Book Descriptions: Het is 1653. Reinout van Veghel zit al twee jaar in het rasphuis als hij bij regent Bensebroeck wordt geroepen, die hem voorstelt om met een koopvaardijschip van de Verenigde Oostindische Compagnie naar Java te vertrekken. Hij wilde hem doen geloven dat dit een bijzondere kans is om eerder het rasphuis te kunnen verlaten. Maar Reinout weet donders goed dat de Verenigde Oostindische Compagnie te kampen heeft met een groot tekort aan zeelieden. Bij iedere expeditie moet de bemanning worden bijeengeronseld in herbergen en weeshuizen, en ook de tuchthuizen worden hierbij niet overgeslagen. Reinout grijpt deze "kans" en monstert aan op de Hollandia. Al snel is hij een volwaardige scheepsmaat, gewend aan het harde leven aan boord.
Omdat de kapitein de reis zo snel mogelijk wil afleggen, besluit hij onderweg naar Kaap de Goede Hoop de Kaapverdische eilanden niet aan te doen om vers water en voedsel in te slaan. In plaats daarvan rantsoeneert hij het water en het eten, waarvan al veel bedorven is. Ruim voordat ze de Kaap bereiken valt een groot gedeelte van de bemanning ten prooi aan scheurbuik. De chirurgijn staat met lege handen; alleen verse groente en fruit kunnen dit probleem verhelpen. De bemanning begint te begrijpen dat mensenlevens worden opgeofferd aan het winstbejag van de kapitein en de V.O.C. Het gemor onder de bemanning neemt toe en Reinout en zijn maats besluiten dat het zo niet verder kan.” DRIVE