“Book Descriptions: Het verhaal gaat over een wonderlijke man - Japi genaamd ("Zijn achternaam heb ik nooit geweten") - die van andermans geld leeft, pakken koopt die hij nooit betaalt, en zich oefent in 'versterven'. Japi heeft slechts één ideaal, en wel dat van de volmaakte bohemien zijn. Hij wil niet eens een kunstenaar zijn. "Ik ben Goddank helemaal niks," aldus Japi. Via schilder Bavink komt hij in contact met Koekebakker, ook wel bekend als Erik de Man, de ik-persoon van het boek. Japi staat al snel te boek als een profiteur, "die je sigaren oprookte" en "paraplu's leende die hij nooit terugbracht". Vandaar zijn bijnaam: de uitvreter. Japi, Bavink (die een niet-succesvol schilder is) en Koekebakker, een journalist, verzetten zich tegen de maatschappij, waarin mensen worden uitgebuit en zij zweren langzaam maar zeker het werken af. Van hun idealen komt echter niets: Koekebakker blijft werkzaam bij zijn kantoortje en verdient daar een aardig salaris, maar verliest wel al zijn idealen. Bavink wordt een steeds tragischer figuur, die Japi op een voetstuk zet maar zelf "mal" wordt. Japi zelf weet zich ook geen blijf. Hij trekt naar Friesland, België en Frankrijk, maar vindt nergens de betekenis en bevestiging die hij zoekt. Als zijn onbereikbare liefde Jeanne sterft en hij geen ideaal meer te verwezenlijken ziet, trekt hij naar Nijmegen. Later heeft Japi een baan, maar hij kan niet aarden in de burgermaatschappij - een bij Nescio regelmatig terugkerend thema - en ten slotte stapt hij van de spoorbrug over de Waal bij Nijmegen. Zijn reis naar Friesland is altijd onopgehelderd gebleven. [Bron: wiki]” DRIVE